Hart voor Den Haag wil meer toeristische trekpleisters

3 July 2024, 10:56 uur
Politiek
mainImage
René Oudshoorn

Plopsaland, een illusionistenparadijs van Victor Mids, het speelparadijs KidZania of een groot wellnesscentrum; het Haagse stadsbestuur moet meer attracties naar de stad halen. Dit pleidooi doet Hart voor Den Haag woensdag tijdens een debat over de programmabegroting. 

"We moeten de Haagse economie versterken door meer toeristen aan te trekken. Het is tijd voor een beetje meer Haagse bluf,” zegt gemeenteraadslid Ralf Sluijs. Hij vindt dat het college een duidelijke visie mist om de lokale economie te stimuleren. "Zeker nu het nieuwe kabinet heeft aangegeven dat ambtenaren meer over Nederland verspreid moeten worden."

“Den Haag leunt sterk op de ambtenarij. Er is sprake van een eenzijdige economie. Het toevoegen van toeristische attracties aan winkelgebieden zorgt ervoor dat de kassa gaat rinkelen. Kinderen gaan spelen in een speelparadijs en ondertussen kunnen de ouders shoppen.”

Niet alleen het centrum verdient meer publiekstrekkers, maar ook Kijkduin, Den Haag Zuidwest en de Binckhorst. “Op de Binckhorst zijn nul recreatiemogelijkheden. Dat zou de perfecte plek zijn voor een attractie vol illusies waar geboren Hagenaar Victor Mids, bekend van het tv-programma Mindf*ck, shows kan geven.” Volgens Sluijs is Kijkduin de ideale locatie voor een groot wellnesscentrum en kunnen bij winkelcentra grote kinderattracties, zoals KidZania, zorgen voor meer bezoekers aan de stad.

Legoland

“Legoland was, onder het college De Mos, de laatste publiekstrekker die werd toegevoegd aan Scheveningen en dat werkt als een speer. Er lag eerder al een mooi plan klaar voor het Eschermuseum dat rendabel was, maar werd afgeschoten omdat de gemeente een garantie moest geven voor subsidie voor de komende tien jaar. Iets dat toch al zou gebeuren. We hadden al het vijfjarig jubileum kunnen vieren als dit plan wel was doorgegaan en honderdduizend bezoekers per jaar kunnen trekken.” Het Hart voor Den Haag-raadslid wil dat de gemeente meer publiek-private samenwerkingen zoekt. “De gemeente moet het smeermiddel zijn en faciliteren, maar gooit nu vooral zand in de motor.”