Als het aan gemeenteraadslid Janice Roopram van Hart voor Den Haag ligt wordt de pilot met Buurtgezinnen zo snel mogelijk uitgebreid. In juni werd in Leidschenveen-Ypenburg een proef gestart.

Bij dit initiatief worden gezinnen die het zwaar hebben, zogenaamde vraaggezinnen, gekoppeld aan een stabiel gezin dat steun geeft, zogenaamde steungezinnen. Zo krijgen kinderen extra aandacht en worden ouders ontlast. Gezinnen maken onder begeleiding van een coördinator afspraken over steun. Dit kan bijvoorbeeld gaan om een speelafspraak, een weekend logeren of samen iets leuks ondernemen. Het is iedere keer maatwerk.

"De pilot Buurtgezinnen is succesvol, dat is duidelijk", zegt Roopram. "Het zorgt ervoor dat kinderen en gezinnen minder te maken krijgen met Jeugdzorg. Zo werd een ondertoezichtstelling ingetrokken bij een gezin met drie kinderen. Jeugdzorg heeft te maken met lange wachtlijsten voor specialistische jeugdhulp. Gezinnen met kinderen kunnen met Buurtgezinnen dan hulp krijgen van een steungezin, tijdens deze wachttijd en tijdens de behandeling van Jeugdhulp."

Afgelopen week sprak de Haagse gemeenteraad over de toekomst van de jeugd- en gezinshulp in Den Haag. Roopram vroeg in de vergadering de pilot zo snel mogelijk te evalueren en om uitbreiding naar andere stadsdelen. Maar de wethouder Kavita Parbhudayal zag geen noodzaak om nu al de pilot te evalueren.

Samen in de krant

Inmiddels hebben 15 vraaggezinnen zich opgegeven en 20 steungezinnen. Ook komen er aanvragen binnen vanuit de stadsdelen Loosduinen, Escamp en Scheveningen. Roopram hoopt dat de coördinator het nog kan bij benen en anders zal ze weer aankloppen bij het Haagse stadsbestuur. "Natuurlijk is het fijn dat de wethouder mijn verzoek om een pilot heeft opgepakt. Wij hebben samen in de krant gestaan toen de pilot is gestart, maar nu bij aantoonbaar succes niet willen uitbreiden of evalueren, dat begrijp ik dan niet. Het gaat hier om kinderen, dat vinden wij belangrijk", aldus Roopram.