Wat de Haagse Stadspartij betreft is er na het woensdag uitgebrachte voorstel van het college wat betreft kunst- en cultuursubsidies de komende 4 jaar, 'nog veel om voor te vechten en moet het plan op veel punten worden aangepast'.

Raadslid Bos is teleurgesteld over het feit dat het college de adviezen van commissie Meerjarenbeleidsplan Kunst en Cultuur 2021-2024  zoals te lezen was vrijwel geheel heeft overgenomen. 

Dat het college heeft besloten 1,8 miljoen euro aan het budget van ruim 55 miljoen toe te voegen, vindt hij positief maar neemt zijn grootste bezwaren absoluut niet weg. "Feit is en blijft dat het aantal gesubsidieerde kunstinstellingen ten opzichte van 2017 ondanks extra geld daalt van 74 naar 63. Vooral het middensegment is de dupe, terwijl de grote instellingen profiteren.”

En dat, zo stelt hij, een voorwaarde voor een gezond kunstklimaat is dat de hele keten van humuslaag tot topsegment in evenwicht is. "Vooral bij de klassieke en moderne muziek, de dans, de literatuur en de popmuziek dreigen veel instellingen uit het middensegment weg te vallen", zegt hij desgevraagd in een reactie. Hij wijst daarbij op onder meer Ciconia Consort, Classical Encounters, De Dutch Don't Dance Division, Heden, Het Popdistrict, Lonneke van Leth Dans, LOOS, Theater Branoul en Trespassers W.

Bos spreekt in die context dan ook over een 'kaalslag die geen vernieuwing oplevert. "Slechts 7 nieuwe aanvragen zijn gehonoreerd. Wat de Haagse Stadspartij betreft is er nog veel om voor te vechten en moet het plan op veel punten worden aangepast."