In 4 jaar 128 aangiften tegen politie wegens mishandeling

21 September 2020, 09:42 uur
Politiek
mainImage

In de periode 2016-2019 zijn er bij de politie Eenheid Den Haag 128 aangiften gedaan van (vermeende) mishandeling door medewerkers van de politie gepleegd tijdens hun werk. In verreweg de meeste gevallen van de aangiften, die allemaal werden beoordeeld door het Openbaar Ministerie, leidde onderzoek tot een sepot, niet vervolging.

In dezelfde periode is er daarnaast door 5 mensen een aanklacht ingediend tegen politiemedewerkers wegens discriminatie uitgeoefend tijdens hun werkzaamheden. Ook hier heeft onderzoek in de meeste gevallen geleid tot een sepot.

Dat blijkt uit antwoorden die het college heeft gegeven op een aantal vragen van de raadsleden Adeel Mahmood (Nida), Tahsin Çetinkaya (Islam Democraten), Arjen Kapteijns (GroenLinks), Fatima Faïd (Haagse Stadspartij), Mikal Tseggai (PvdA) en Lesley Arp (SP). Aanleiding was het wetsvoorstel over politiegeweld (de stelselherziening) dat in de Eerste Kamer ligt, en dat de politie ruimere bevoegdheden geeft om geweld toe te passen.

De raadsleden vroegen ook naar de gevolgen van de aangiften voor de betreffende politiemedewerkers, tot welke maatregelen de onderzoeken  hadden geleid, zowel bij de mogelijke mishandelingen als bij de mogelijke discriminatie. Voor antwoorden verwijst het college naar het Openbaar Ministerie. 'Dat bepaalt of de gedraging van een medewerker een strafbaar feit oplevert, of er voldoende bewijs is en of een strafvervolging opportuun is'.

Tot zover de technische beantwoording van de vragen, want het college doet in de beantwoording nog iets anders. Het maakt, zo geeft het aan, van de gelegenheid gebruik voor enkele opmerkingen, voor uitleg over werkwijzen van de politie en OM. Bijvoorbeeld om te benadrukken dat het geweldsmonopolie is belegd bij de staat en daarmee bij de politie. Dat de politie met die bevoegdheid zorgvuldig moet omgaan, en daarom ook investeert in zorgvuldige selectie van politiemensen, goede opleidingen, permanente training en certificering en inzet op de-escalerende vaardigheden. Dat de politie tegenwoordig ook vaak geconfronteerd wordt met geweld bij de uitoefening van haar taken.

Bij de uitoefening van het geweldsmonopolie hoort, zo stelt het college, ook een consequente en transparante verantwoording. Daarom is het ook belangrijk dat sinds 15 januari 2019 alle eenheden op dezelfde manier door de politie toegepast geweld registreren. "Geweldgebruik wordt altijd geregistreerd", benadrukt het college in haar uitleg.

In het geval er een vuurwapen is gebruikt, of er meer dan licht letsel is ontstaan, of als de hulpofficier van justitie dat noodzakelijk acht, vindt altijd nader onderzoek plaats door een Commissie Geweldsaanwending. Bij vuurwapengebruik dat tot overlijden of enig letsel leidt, of als een confrontatie met de politie de dood of zwaar lichamelijk letsel tot gevolg heeft, doet altijd de Rijksrecherche onderzoek. Het college benadrukt dat de Rijksrecherche direct onder de verantwoordelijkheid van het College van procureurs-generaal valt, dus geen onderdeel uitmaakt van de politie. "Als de Rijksrecherche van mening is dat er sprake is van strafbaar handelen, dan wordt de zaak voor de rechter gebracht. "

De (beperkte) bevoegdheden van de burgemeester worden ook nog even aangegeven. 'Het gezag over de politie berust bij de burgemeester voor wat betreft de handhaving van de openbare orde en veiligheid. Daarover is de burgemeester verantwoording verschuldigd aan de gemeenteraad. Waar het de strafrechtelijke handhaving betreft, berust het gezag bij het Openbaar Ministerie'.