Fractievoorzitter Caroline van der Plas van de BBB in de Tweede Kamer wil weten waarom het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) in 2020 zo’n 800.000 euro subsidie heeft gegeven aan het in financiële problemen verkerende festival Tong Tong Fair op het Malieveld in Den Haag. Via een 'onrechtmatige' constructie verdween het geld in een bodemloze put. De BBB heeft daarover Kamervragen gesteld.
De rijkssubsidie voor het festival kwam uit een budget voor ‘collectieve erkenning van de Indische en Molukse gemeenschap’, terwijl ambtenaren staatssecretaris Paul Blokhuis waarschuwden dat noodlijdende organisaties volgens de eigen regels van de overheid geen subsidie mogen krijgen.
De BBB wil weten waarom het ministerie van VWS destijds koos om toch in het festival te investeren en de middelen niet heeft ingezet voor bijvoorbeeld Indische oorlogsweduwen, die al jaren tevergeefs strijden voor uitkeringen. Het gaat hier om nooit betaalde salarissen van militairen en ambtenaren tijdens de Tweede Wereldoorlog in Nederlands-Indië. BBB maakt zich hier al langer hard voor.
Tekst gaat door onder foto.
Foto: Tong Tong Fair.
Torenhoge schulden
Begin mei trok de organisatie na 63 edities de stekker uit het grootste Indische festival van Nederland, op het Malieveld. Leveranciers eisten een vooruitbetaling van 85.000 euro. Organisator Pasar Malam Besar BV kon dat niet betalen en werd failliet verklaard.
Het bestuur wijt de geldproblemen vooral aan de coronacrisis, toen het festival twee keer niet doorging. Maar uit de jaarrekeningen blijkt dat de Tong Tong Fair al langer kampte met forse verliezen en torenhoge schulden aan onder meer leveranciers en de Belastingdienst. Het aantal bezoekers halveerde sinds 2014 bijna van 100.000 naar 55.000.
De gemeente Den Haag heeft inmiddels twee verkenners aangesteld die gaan onderzoeken wat de mogelijkheden zijn om in 2025 een nieuw "toonaangevend Haags Indisch publieksevenement" te organiseren. Voor zo'n nieuw festival heeft de gemeente voor volgend jaar alvast 50.000 euro gereserveerd. Daarnaast is de gemeente bereid om éénmalig een extra bijdrage te geven voor de opstartkosten.