De jaarlijkse Kartiniprijs gaat dit jaar naar Mijn Buuf, het Haagse atelier waar migrantenvrouwen samen met Nederlandse vrouwen producten maken van hergebruikt materiaal. Met de jaarlijkse emanicipatieprijs wil de gemeente "álle Haagse burgers – man, vrouw, oud, jong en met alle mogelijke achtergronden – inspireren en stimuleren. Iedereen die bijdraagt aan een gelijkwaardige positie en participatie van vrouwen in Den Haag komt in aanmerking voor de prijs".

Wethouder Bert van Alphen reikte de prijs zondag uit tijdens Internationale Vrouwendag. Hij citeerde daar ook juryrapport voor Mijn Buuf, dat bruggen bouwt tussen vrouwen met verschillende achtergronden. "Het sociale netwerk vergroten en taalachterstand verkleinen om zo op weg te gaan naar zelfredzaamheid en emancipatie. Dit bouwen ook in praktische zin gestalte geven door duurzaam te ondernemen met hergebruik van materialen. Deze prachtige combinatie van vrouwenemancipatie en aandacht voor circulaire economie is voor de jury doorslaggevend. Dit initiatief is hedendaags, stimulerend, en verbindend."

Bij Mjn Buuf is het samen produceren geen doel, maar slechts 'een middel om met de vrouwen in gesprek te komen, ze Nederlands te laten praten en te empoweren. Zelfredzaamheid is immers de basis voor zelfregie, zelfontplooiing en emancipatie met alle voordelen van dien, ook voor gezin en samenleving'. Door het samenwerken bouwen de vrouwen in het atelier een sociaal netwerk op en nemen zij actief deel aan de samenleving.

De Kartiniprijs, die sinds 2007 wordt uitgereikt, is vernoemd naar de Javaanse Raden Adjeng Kartini (1879-1904). Zij verzette zich van jongs af aan tegen de traditionele normen en waarden ten opzichte van meisjes die zij als onderdrukkend ervaart.