De ondernemers op de Haagse Markt stappen naar de rechter. Hun advocaat is bezig met de laatste voorbereidingen om de klacht tegen de gemeente Den Haag op papier te zetten waarna de aanklacht wordt ingediend bij de rechtbank. Dat maakte een woordvoerder van de ondernemers dinsdag desgevraagd bekend.

Aanleiding voor de gerechtelijke stappen is de weigering van het college om de kooplui daadwerkelijk financieel tegemoet te komen over teveel betaalde marktgelden en huur over de afgelopen jaren.

De discussie over tarieven tussen de ondernemers (vaak gesteund door fracties in de raad) en de gemeente ontstond na de herinrichting van de markt op de Herman Costerstraat. Die gesprekken leidden niet tot een oplossing, waarna de Haagse Rekenkamer (op verzoek van de raad) en de Gemeentelijke Accountantsdienst onderzoek deden naar de tarieven. 

Over de uitkomst van de onderzoeken ontstond vervolgens weer veel politieke discussie. In de laatste vergadering van de  raad bleek dat het college, en de coalitiepartijen, geen gehoor wilden geven aan de conclusie van de Rekenkamer. Die nemen we voor kennisgeving aan, liet een van de coalitiepartijen weten. 

De Rekenkamer constateerde dat 'de doorbelasting van de kosten en de dienstverlening aan de ondernemers op de Haagse Markt niet in overeenstemming is met de met hen gemaakte afspraken en de door de raad genomen besluiten over de herinrichting van de Haagse Markt'. Volgens de Rekenkamer brengt de gemeente 71% teveel aan huur in rekening bij de ondernemers op de Haagse Markt.

De weigering van het college de conclusie van het rapport van de Rekenkamer, een adviesorgaan van de raad, over te nemen, leverde verantwoordelijk wethouder Bredemeijer die nacht zelfs een unieke motie van treurnis op, die door de volledige oppositie werd gesteund. 

De ondernemers bleven dus met lege handen zitten, en hebben nu definitief besloten naar de rechtbank te stappen om de volgens hen teveel betaalde gelden terug te eisen.