In de voormalige ambassade van Amerika aan het Lange Voorhout zou ook popmuseum RockArt zich moeten kunnen vestigen. Dat stelt vandaag Groep de Mos, een van de partijen in de gemeenteraad van Den Haag die het popmuseum naar de enige echte popstad van Nederland willen halen.

Volgens Groep de Mos zou RockArt, momenteel gevestigd in een te krappe behuizing in Hoek van Holland, naast Museum Escher in het voormalige ambassadegebouw moeten kunnen worden ondergebracht. Het Gemeentemuseum wil zijn populaire Escher-collectie verhuizen van het stadspaleis aan het Korte Voorhout naar het Lange Voorhout. Ook staat het stadsbestuur van Den Haag een gedeeltelijke hotelfunctie voor ogen met het pand, dat het sinds vorige week weer in eigendom heeft na de overdracht door de Amerikaanse ambassadeur Pete Hoekstra. Wat Groep de Mos betreft laat het college het idee van een hotel varen ten faveure van het popmuseum. De partij heeft het stadsbestuur inmiddels gevraagd of een en ander tot de mogelijkheden behoort.

Lakse houding

"De echte wil om het popmuseum naar dé popstad van Nederland te halen, blijkt bij het stadsbestuur niet aanwezig,” aldus Groep de Mos kandidaat-raadslid Jelle Meinesz, die zegt te balen van de lakse houding van de gemeente Den Haag. "Dit museum heeft een enorme collectie uit het rijke (Nederlandse) popverleden en kan voor Den Haag een gigantische trekpleister worden. Wat nodig is en waar de gemeente haar volledige steun aan moet geven, is het vinden van een geschikte locatie, met een poppodium voor live-muziek. De vrijgekomen Amerikaanse ambassade zou de perfecte locatie zijn. Naast een popmuseum, kunnen we direct een poppodium midden in het centrum creëren, waarmee we Den Haag Popstad eindelijk een broodnodige boost geven. Goed ook voor de nabijgelegen horeca, waarmee we samen kunnen werken om live-muziek avonden te organiseren met verschillende kleine poppodia in cafés in het centrum. We hebben ook meteen een goede locatie voor dance-events en afterparty's na evenementen op het Malieveld.”

Van het popmuseum heeft Groep de Mos begrepen dat er nu ook nadrukkelijk gekeken wordt naar het uitwijken naar andere steden. "Door het gebrek aan medewerking loopt museumdirecteur Jaap Schut al jaren tegen dichte Haagse deuren. Dit terwijl in andere steden, zoals Amsterdam, de rode loper voor het popmuseum uit ligt," zegt lijsttrekker Richard de Mos, die zich zorgen maakt over de Haagse popcultuur.

"Den Haag is dé popstad, maar door het aan banden leggen van live-muziek en de idioot strakke geluidsnormen, staat die titel ernstig onder druk. Een popmuseum met poppodium in de voormalige Amerikaanse ambassade zal helemaal top zijn. Ik wil van het stadsbestuur weten in hoeverre er wel of geen toezeggingen zijn gedaan aan Museum Escher. Wij pleiten ervoor om de beoogde hotelfunctie te laten varen en te onderzoeken of we er beide musea kunnen huisvesten.”

(Jelle Meinesz en Richard de Mos; foto: René Oudshoorn)