Het klopt niet wat enkele Haagse fracties in vragen aan het college beweren dat de salarissen van instellingen als het Residentie Orkest, het Nationaal Danstheater en het Nationale Theater niet comform de Governance Code Cultuur zijn.

De vragenstellers geven aan dat de salarissen van directieleden nu liggen tussen de 110.000 euro en 150.000 euro per jaar, terwijl dat volgens de regels maar 88.000 euro mag zijn. Volgens wethouder Van Asten maken de raadsleden van Haagse Stadspartij, PvdA, SP, Partij voor de Dieren en VVD echter een fout.

"In de salaristabel is het bruto maandsalaris opgenomen, dit is exclusief werkgeverslasten en eventueel andere vergoedingen", zo geeft hij aan. "Veelal vallen directeuren van theaters en concertgebouwen niet onder de cao Nederlandse Podia en daarmee ook niet onder het functie- en salarisgebouw van de cao. Voor de bezoldiging van directeuren is een richtlijn opgesteld door de VSCD en Werkgeversvereniging Nederlandse Podia."

Daarbij is rekening gehouden met de complexiteit van organisaties, de omzet, hoeveelheid medewerkers en of er sprake is van een bestuurders verantwoordelijkheid. De cao Toneel en Dans gaat uit van een omzet van 2 miljoen euro per jaar, de omzet van de genoemde instellingen is vele malen hoger, zo stelt Van Asten.

Volgens de wethouder worden de hoogtes van de salarissen via benchmarking vastgesteld of volgens de eerder genoemde richtlijn. Ze zijn dan ook marktconform binnen de sector, geeft hij de raadsleden aan, en voldoen eveneens aan de eisen van de Wet normering topinkomens WNT.

Bij het toekennen van de Haagse cultuursubsidies is het toepassen van de Fair Practice Code een van de criteria, zo stellen de vragensteller. Doel daarvan is onder meer het tegengaan van ongelijkheid op de arbeidsmarkt. Van Asten geeft echter aan dat het verkleinen van beloningsverschillen binnen de sector niet een doel of een middel is dat het college nastreeft. "Het doelmatig besteden van subsidies wel."