Is het college bereid om gedurende de coronacrisis geen prioriteit te geven aan de handhaving van de Wet Gedeeltelijk verbod gezichtsbedekkende kleding, zodat er geen oneerlijke behandeling plaatsvindt van enerzijds Niqab-dragende vrouwen en anderzijds burgers die met een mondkapje ook hun gezicht bedekken?

Dat vraagt donderdag fractievoorzitter Mahmood van NIDA het Haagse college. Volgens hem is nooit duidelijk gemaakt waarom de wet er überhaupt moest komen, maar in deze tijd waarin mensen bijvoorbeeld in het OV een mondmasker moeten dragen leidt de wet tot 'misverstanden' in de handhaving van de wet.

Mahmood geeft het college aan al meerdere signalen te hebben gehad van moslima’s met een mondkapje, die slachtoffers zijn geworden van een verkeerde handhaving op het “Niqabverbod”.

Een van de signalen waar hij vooral op doelt is de behandeling van een vrouw met een Niqab op een stadsdeelkantoor waar de fractievoorzitter getuige van was. "Terwijl anderen met een mondkapje, op een normale manier, gebruik konden maken van de diensten op het stadsdeelkantoor, moest een moslima met een hoofddoek en mondkapje een hele nare ervaring ondergaan om uiteindelijk geholpen te worden", zo laat hij het college weten.

De vrouw kwam met haar man het identiteitsbewijs van haar zoontje ophalen, maar kreeg dat pas na heel veel gedoe de volgende dag, mede door tussenkomst van Mahmood. Er ontstond daarbij een intimiderende sfeer door de aanwezigheid van vier beveiligers, waarvan er zeker één ook nog eens opmerkingen maakte over de vrouw, aldus het raadslid.

Mahmood wil van het college weten of dat verschil ziet tussen personen die een mondkapje dragen, met of zonder hoofddoek? Zo ja, hoe uit zich dat dan eventueel en hoe verhoudt dat zich tot het recht op gelijke behandeling?

Als het college daar geen verschil ziet, hoopt de fractievoorzitter dat het stadsbestuur voornemens is ervoor zorg te dragen dat die visie wordt uitgedragen en nageleefd binnen de dienst Burgerzaken en andere gemeentelijke diensten.

Wat de vrouw betreft, hoopt Mahmood dat het college met haar in gesprek gaat over wat er is gebeurd en haar excuses aanbiedt.