Door het werkgelegenheidsprogramma Werkoffensief +500 zijn vorig jaar 4.248 mensen vanuit de bijstand aan een baan geholpen of naar een opleiding begeleid. Dat betekent dat van de 13.719 bijstandsgerechtigen waarmee de gemeente sprak, ruim 30 procent toekomstperspectief kreeg aangeboden.

Wethouder Van Alphen is blij dat de doelstelling om per jaar 4.500 mensen vanuit de bijstand aan een baan te helpen of naar een opleiding te begeleiden bijna is gehaald, maar 'tegelijkertijd besef ik dat er voor een grote groep nog een lange, intensieve weg te gaan is om naar vermogen te kunnen participeren'.

De ruim 13.700 gesprekken die vorig jaar zijn gevoerd met bijstandsgerechtigden over een beter toekomstperspectief, betekent dat de gemeente na een jaar al meer dan de helft van de 22.000 mensen heeft gesproken die zij binnen vier jaar wilde spreken, zo blijkt vrijdag uit de tweede voortgangsrapportage Werkoffensief +500.

Volgens de gemeente hebben veel werkgevers hun maatschappelijke verantwoordelijkheid genomen door mee te werken aan het activeren en ontwikkelen van bijstandsgerechtigden. Dat resulteerde in 236 werkakkoorden met  verschillende bedrijven die goed zijn voor zowel betaalde banen als werkontwikkeltrajecten.

Van Alphen wijst er bij de presentatie van de cijfers op dat "mensen die heel lang niet hebben deelgenomen aan het arbeidsproces, vaak nog niet in staat van de ene op de andere dag weer ‘gewoon' aan het werk te gaan. We hebben als stad echter wel de gezamenlijke verantwoordelijkheid om mensen weer mee te laten doen. Een belangrijke eerste stap is dat zij de kans krijgen werkervaring op te doen”. 

Door de gevolgen van de coronacrisis verwacht Van Alphen daarnaast nog een flinke toename van het aantal mensen in de bijstand. "Toch zullen we de komende tijd aandacht blijven houden voor de mensen die langdurig van de bijstand afhankelijk zijn. "