De groei van de economie in Den Haag de laatste jaren heeft onder meer geleid tot een forse toename van het aantal arbeidsmigranten. In 15 jaar steeg het aantal veelal Oost-Europeanen in de stad naar bijna 50.000. Daarmee maken zij nu ongeveer 10 procent uit van de totale Haagse bevolking. Echter, van een toename van de betaalbare woningvoorraad in de stad in die periode was echter geen sprake.
Dat had onder meer tot gevolg een toename van de verkamering in Den Haag en incidenten, zoals in de Theresiakerk, waar arbeidsmigranten onder slechte omstandigheden en tegen hoge vergoeding (illegaal) werden gehuisvest. Reden voor het college om maandag aan te kondigen dat het zich de komende jaren actief gaat inzetten voor betere woonomstandigheden voor deze grote groep arbeidsmigranten.

Wethouder Balster wijst er in zijn begeleidende brief aan de gemeenteraad echter ook op dat "het tijd wordt werkgevers en uitzendbureaus hier hun verantwoordelijkheid gaan nemen". Tevens wil hij beter met alle gemeenten in de regio samenwerken om de arbeidsmigranten fatsoenlijk te huisvesten. Want, zo stelt de wethouder, "iedereen heeft recht op een fatsoenlijke woning”. 

In zijn contourennota schetst Balster het beeld dat er "in korte tijd een 2e-rangswoningmarkt is ontstaan in wijken met goedkope woningvoorraad. Door de coronacrisis is het belang van gezonde woonomstandigheden alleen nog maar duidelijker geworden." Hij wijst op de praktijk van de laatste jaren: woningen zijn opgekocht, gesplitst en verkamerd en de bestaande woningvoorraad heeft de nieuwe groepen geabsorbeerd. De Haagse Pandbrigade signaleerde de afgelopen twee jaar niet voor niets een toename in het aantal ernstige woonovertredingen dat een relatie heeft met huisvesting van arbeidsmigranten.  

Het college neemt daarom maatregelen. Het gaat werk maken van een betere registratie van arbeidsmigranten en kondigt aan werkgevers en uitzendbureaus die hun verantwoordelijkheid niet nemen harder aan te pakken. Ook gaat Balster de samenwerking met de vertegenwoordigende organisaties van de doelgroepen versterken en zet hij in op het maken van (betere) regionale afspraken.

Want, zo stelt de wethouder, “het kan niet zo zijn dat de kwetsbare Haagse wijken - de arbeidsmigranten en hun buren - de lasten dragen; en de lusten voor enkele werkgevers en uitzendbureaus zijn.” In het najaar informeert het college de raad opnieuw over de laatste stand van zaken.