Het college heeft het makkelijker gemaakt om subsidie aan te vragen voor de zogenoemde kleinschalige, wijkgerichte en innovatieve welzijnsinitiatieven. Uit een evaluatie van de regeling voor 2019 bleek dat een aantal zaken eigenlijk diende te worden aangepast.

Dat ging dan onder meer om een duidelijkere omschrijving van de criteria, eenduidigere formulering van begrippen, meer richting bij het doen van een aanvraag en niet als laatste het opnemen van een reële afhandelingstermijn.

In de deze week gepubliceerde nieuwe regeling voorziet het college in die eisen/wensen. Ook is de looptijd van projecten, tevens een wens in het coalitieakkoord, veruimt zodat activiteiten de ruimte krijgen om zich te ontwikkelen en te beklijven.

De subsidieregeling is volgens het college 'bedoeld voor initiatieven die op een vernieuwende of onderscheidende manier met de opgaves op het gebied van welzijn in wijken en buurten aan de slag gaan. Het uiteindelijke doel is om te leren over nieuwe en andere manieren om de welzijnsopgaven in de wijken effectiever en doeltreffender aan te pakken'.

Het college wijst er nog wel op dat het om een regeling gaat waarbij indieners 'worden uitgedaagd om gedurende de looptijd al na te denken over bestendiging na afloop van het gefinancierde project', want het gaat om een zogenoemde vliegwiel constructie. 

De gelden, maximaal 100.000 euro per aanvraag, zijn zowel beschikbaar voor kleinere organisaties als de grotere, bestaande welzijnsorganisaties die het reguliere professionele welzijnswerk uitvoeren. "Volgend jaar zal de regeling verdere aanscherping krijgen op basis van de nieuwe visie op welzijn waaraan we gelijktijdig werken. Maar ook tot die tijd willen we innovatie blijven stimuleren", zo stelt het college in zijn besluit.