Wethouder Van Alphen heeft donderdag in een gesprek met vertegenwoordigers van Black Lives Matter gesproken over de verzoeken cq eisen die de beweging heeft gesteld aan onder meer de gemeente Den Haag. Het gesprek kwam mede voort uit een door de raad aangenomen motie die het college min of meer opdroeg met BLM te gaan praten.

De beweging wil dat elke gemeente in Nederland, en zeker de G4, een wethouder krijgt met de portefeuille institutioneel racisme. BLM eist/wil ook dat er in Den Haag geen plek meer is voor een  verschil in de onderwijskwaliteit tussen 'witte' t.o.v. 'zwarte' scholen. De beweging eist van de gemeente dat onderadvisering (advisering is puur een verantwoordelijkheid van de scholen, red) en vooroordelen moeten worden aangepakt. Daarnaast moet het Haagse politiekorps een einde aan maken aan etnisch profileren en buitensporig geweld door agenten, zo stellen de actievoerders.

In het gesprek heeft Van Alphen aangegeven dat de gemeente aan de slag gaat met een verdere aanpak van discriminatie. "De vraagstukken die de BLM beweging naar voren brengt hebben onze aandacht", zo laat hij via zijn woordvoerster desgevraagd weten. "Wij willen ons samen inzetten om Den Haag op de de aangegeven en besproken terreinen te verbeteren."

Van Alphen is sinds de wisseling van het college (december 2019) onder meer verantwoordelijk voor deze portefeuille  Na de zomer komt de wethouder met een nota over de gemeentelijke aanpak. Die richt zich, zo laat hij weten, op haar wettelijke taak van signaleren, voorlichten en melden, op interpersoonlijke discriminatie (vooroordelen/beeldvorming – dialoog) en de discriminatie in structuren (discriminatieterreinen en -gronden).

BLM had, ondanks navraag, nog geen reactie op het gesprek.