De (beoogde) nieuwe burgemeester van Den Haag, Jan van Zanen, is pas net begonnen aan zijn tweede termijn als burgervader in Utrecht, op 1 januari van dit jaar. In de zomer besloot de gemeenteraad unaniem hem voor een tweede termijn voor te dragen bij de minister van Binnenlandse Zaken.
Die aanbeveling was, zo liet in die periode het AD/Utrechts Nieuwsblad weten, één grote lofzang: ‘De heer Van Zanen vervult zijn rol als boegbeeld en burgervader met verve. Hij doet dit naturel, spontaan en met gevoel voor het moment én de mensen aanwezig'.
Het leek, zo stelde de krant toen, alsof Van Zanen niets verkeerd kan doen. In een gesprek met de krant gaf de burgemeester aan daar zelf niets van te willen weten. "Het komt me echt niet aanwaaien. Ik bereid me voor, ik luister goed, terwijl ik heel veel ballen tegelijk in de lucht moet houden. Soms ben ik fysiek ook gewoon op. Ik ben niet feilloos. Ik maak fouten. Ik krijg ook dingen niet voor elkaar. Daarnaast heb ik steeds meer bevoegdheden gekregen die ik eerder niet had. Dat maakt het werk steeds moeilijker. Zoals het sluiten van woningen, demonstraties, voetbalwedstrijden. En bij al die beslissingen moet ik altijd in het achterhoofd houden: kan ik het uitleggen aan de mensen in de stad? Ook dat lukt helaas niet altijd.’’