Hart voor Den Haag wil dat de woningcorporaties tempo maken met controles op mogelijk ondeugdelijke cv-ketels. William de Blok: “Er mag niet gemarchandeerd worden met de veiligheid van Hagenaars die afhankelijk zijn van een sociale huurwoning wiens onderhoud de verantwoordelijkheid is van de corporaties. Onze oplossing is tweeledig: de cv-ketels moeten worden gecontroleerd en daarnaast willen we dat de corporaties de woningen voorzien van een rook- en koolstofmonoxidemelder."

Duizenden huurders van Haagse woningbouwcorporaties zitten opgescheept met een mogelijk gevaarlijke cv-ketel. De apparaten kunnen bij oververhitting onveilig zijn en brand veroorzaken, zo bleek eerder deze week. In totaal hebben de woningbouwcorporaties Vestia en HaagWonen nog ruim drieduizend mogelijk gevaarlijke cv-ketels in hun huurhuizen. Hoewel deze ketels verkocht zijn als ‘onderhoudsarm’ bestaat er volgens de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) een reëel veiligheidsrisico als ze niet goed onderhouden worden. Vorige week nog zijn acht mensen onwel geworden door een hoge hoeveelheid koolmonoxide in een woning aan de Herman Costerstraat in Den Haag.

Het Bouwbesluit 2012, de wettelijke basis waaraan bouwwerken in Nederland moeten voldoen, schrijft voor dat alleen bij nieuwbouw van ruimten met een woonfunctie rookmelders moeten worden toegepast. In 2015 al vroeg Hart voor Den Haag/ Groep de Mos aandacht voor rookmelders door een motie in te dienen. Deze motie is toen met ruimte meerderheid aangenomen. De Blok wil dat zo snel mogelijk alle huizen in Den Haag worden uitgerust. In België worden rookmelders vanaf 1 januari verplicht voor alle woningen, ook oude woningen. Dat zou in Den Haag ook moeten voor op z’n minst de sociale woningen, althans dat vindt Hart voor Den Haag/ Groep de Mos raadslid William De Blok: “Het plaatsen van een rookmelder vraagt een kleine investering maar kan mensenlevens redden. Om huizenbezitters van woningen die gebouwd zijn voor 2012 te verplichten rookmelders te plaatsen moet er beleid op landelijk niveau worden gemaakt, maar we kunnen in Den Haag hierover wel afspraken maken met de wooncorporaties.” Door middel van het stellen van raadsvragen doet de partij een oproep aan het stadsbestuur hierover in gesprek te gaan met de wooncorporaties.