In zijn vrijdag gepubliceerde ontwerp Stedelijk Energieplan zet het college vooral in op bestaande technieken waaronder elektriciteit, geothermie (warmte uit de aarde), aquathermie (warmte uit water) en restwarmte. Samen met bewoners en eigenaren van gebouwen, zo geeft verantwoordelijk wethouder Van Tongeren aan, wordt wijk voor wijk gekeken met welke oplossingen en in welk tempo dit gebeurt. 

Voor de gemeente is daarbij vooral een regierol weggelegd, zo geeft het college aan. Het  koppelt de juiste partijen en initiatieven aan elkaar. “Als er geen financiële bijdrage mogelijk is, kan er geholpen worden met kennis, vergunningverlening of omgevingsmanagement of bij het aanvragen van landelijke of Europese subsidies”, zo maakt het stadsbestuur duidelijk.

In het Stedelijk Energieplan maakt het college verder duidelijk hoe het de overstap wil maken naar schone energie. Volgens Van Tongeren ‘moeten we juist nu moeten we investeren in de energietransitie: op korte termijn voor onze economie en de werkgelegenheid, en op de langere termijn om onze stad ook voor toekomstige generaties groen en leefbaar te houden’. 

Essentieel daarbij is het volgens het college hoe we dat gaan doen.  De weg naar een stad op schone energie raakt iedereen, in welke wijk hij of zij ook woont. De transitie zal dan ook niet ‘zomaar’ even verlopen, zo lijkt het stadsbestuur de inwoners aan te geven. “Dit vraagt veel van bedrijven en organisaties, van inwoners van de stad en de gemeente. We hebben iedereen nodig om deze opgave tot een succes te maken, daarom gaan we dit samen met de Hagenaars doen.”

Ten opzichte van veel andere gemeenten heeft Den Haag echter een groot voordeel, zo stelt Van Tongeren. “Veel mensen en bedrijven zijn zelf, al dan niet met ondersteuning van de gemeente, aan de slag zijn gegaan. Van kleine of grote aanpassingen in huis die energie besparen tot zonnepanelen of warmtepompen, en de vele groepen bewoners die als collectief aan de slag gaan.”

Het is de bedoeling dat de wethouder de komende tijd met inwoners en ondernemers over het Energieplan in gesprek gaat, om vervolgens na eventuele aanpassingen het Stedelijk Energieplan aan de gemeenteraad ter bespreking aan te bieden.