In de nasleep over de ophef rond de verkoop van karkassen voor het Islamitisch offerfeest heeft de VVD schriftelijke vragen gesteld over de regelgeving en de uitzonderingen daarop. Zou het verkopen van Kerstkalkoenen uit karren zijn toegestaan, zo vraagt de fractie zich af.
"Op verschillende plekken in Den Haag werd karkassen vanuit vrachtwagens verkocht. Daardoor ontstond in Den Haag en in de rest van Nederland de nodige ophef door een tweet van de Politie Haaglanden. Kinderen die op de stoep voor hun huis zelfgemaakte limonade en appeltaart willen verkopen, worden teruggefloten op grond van bestaande regelgeving. Is het college het met de Haagse VVD eens dat er hier met twee maten gemeten wordt? Waarom mag het een wel en het ander niet?"
Op de website van de gemeente Den Haag las de VVD de tekst: 'Bent u ondernemer en wilt u producten verkopen vanuit een verkoopwagen, verplaatsbare kar, aanhanger of iets dergelijks? Dan heeft u een standplaatsvergunning voor ambulante handel nodig.' Gold deze regel ook voor de verkopers van de karkassen?
Zo ja, hoeveel vergunningen zijn er aangevraagd en hoeveel heeft de gemeente er afgewezen en toegewezen? En wat was de reden voor de afwijzing?"
Volgens de liberalen brengt ondernemen in Den Haag heel veel regels en plichten met zich mee. Daarom wil de fractie dat het college van B&W aangeeft welke regels zij vooraf heeft opgelegd aan de verkoop van deze karkassen. "Het verkopen van karkassen zou speciaal voor het Offerfeest zijn toegestaan. Kan het college aangeven of er meer dagen in het jaar zijn waarop uitzonderingen worden gemaakt? Bijvoorbeeld voor de verkoop van kalkoenen rondom kerst en de verkoop van oranjegebak op Koningsdag?"