De VVD in de Haagse gemeenteraad wil dat de gemeente in kaart brengt hoeveel horecazaken er in de Haagse winkelstraten zitten. Een meerderheid van de gemeenteraad ondersteunt het verzoek hiervoor van VVD-fractievoorzitter Lotte van Basten Batenburg (foto). Zij ontdekte dat het aantal horecazaken in meerdere winkelstraten hoger ligt dan volgens het Haagse horecabeleid is toegestaan.
Volgens dit beleid mag in winkelgebieden de verhouding tussen winkels en dienstverlening enerzijds en horeca anderzijds niet hoger zijn dan 70/30. Voor enkele gebieden - de Herengracht, de Haagsche Bluf en de Kalhuisplaats - geldt een uitzondering: daar mag maximaal 60 procent horeca aanwezig zijn. De Toetsingscommissie Horeca moet toetsen of een nieuwe horecazaak binnen deze regels past.
Van Basten Batenburg deed zelf onderzoek en raadpleegde daarbij onder meer de website Den Haag op Kaart, waar per winkelgebied het aantal horecazaken en het bijbehorende percentage kan worden opgezocht. Uit een steekproef bleek dat in veel winkelgebieden het horecapercentage boven de toegestane 30 procent ligt. Uitschieter is de Weissenbruchstraat, waar 42,9 procent van de panden in gebruik is als horecazaak. In de meeste andere gebieden ligt het percentage tussen de 30 en 35 procent.
Gebrekkige toepassing
“Deze gegevens wijzen op een gebrekkige toepassing van de normen uit het horecabeleid,” zegt Van Basten Batenburg. “Horeca kan een belangrijke bijdrage leveren aan de kwaliteit van winkelgebieden, maar er moet wel een goede balans blijven. Ondernemers en buurtbewoners moeten erop kunnen vertrouwen dat de gestelde regels ook worden nageleefd.”
De VVD vraagt het college daarom om in kaart te brengen in welke winkelstraten het horecapercentage hoger ligt dan is toegestaan en om met een voorstel te komen hoe hiermee moet worden omgegaan.