Stevig Ouderschap, een programma voor opvoedondersteuning, heeft ook in 2019 gesignaleerd dat er sprake is van steeds zwaardere probematiek in gezinnen. Daarmee zette de in 2018 geconstateerde trend door, zo blijkt uit de Jaarrapportage Jeugd en Wmo 2019 die het college deze week naar de raad stuurde.

Het programma bestaat uit zes huisbezoeken van een speciaal opgeleide jeugdverpleegkundige. Het kan daarbij gaan om vragen over opvoeden maar over extra ondersteuning die mensen nodig hebben als ouder. Volgens de jaarrapportage heeft Stevig Ouderschap bewezen een effectieve interventie te zijn bij het voorkomen van kindermishandeling.

Niet alleen is er volgens wethouder Parbhudayal dus sprake van zwaardere problematiek, ook betekenden de wachtlijsten in de jeugdhulp dat er langer dan noodzakelijk Stevig Ouderschap ingezet is. "Door capaciteitsproblemen bij de JGZ ontstond ook een wachtlijst voor deze interventie", zo geeft zij aan.

Uit de rapportage blijkt ook dat in het kader van 'Kansrijke Start / nazorg-poli' vorig jaar 94 ouders met een prematuur kindje gebruik hebben gemaakt van Stevig Ouderschap. Dat hield in dat de kinderen en ouders een speciaal afgestemde ondersteuning kregen van de medisch kinderarts van het ziekenhuis en de jeugdgezondheidszorg. 

In de Jaarrapportage geeft de wethouder ook aan dat er een verdriedubbeling heeft plaatsgevonden van het aantal contacten met het Kenniscentrum Kind en Scheiding. Waren het er in 2018 al 230, vorig jaar is dat opgelopen tot 719 zogenoemde contactmomenten door ouders, jeugdigen en professionals. De stijging wordt volgens de rapportage onder meer veroorzaakt doordat het bestaan van het centrum steeds meer wordt gedeeld op social media.