ADO Den Haag presenteert deze week het jaarverslag over het seizoen 2024–2025. Een seizoen met hoogtepunten maar ook teleurstellingen. "Tegelijkertijd is er hard gewerkt aan het fundament voor de toekomst en kijken we vol vertrouwen vooruit op de toekomst van ons ADO Den Haag."
Het seizoen 2024-2025, waarin de club haar 120-jarig jubileum vierde, kenmerkte zich door belangrijke stappen in de professionalisering en langetermijnstrategie, maar leverde sportief nog niet de beoogde promotie op. De vrouwenselectie herstelde zich na een moeizame start en eindigde op een verdienstelijke zevende plaats. De eerste uitgaande wintertransfer in de clubgeschiedenis markeerde een belangrijke stap in de verdere ontwikkeling van het vrouwenvoetbal. Ook de jeugdopleiding bevestigde haar sterke positie met promoties, kampioenschappen en een zesde plaats op de landelijke ranglijst.
Commercieel liet de club groei zien, ondanks het wegvallen van betting-partnerships in het Nederlandse voetbal. Met WerkTalent als nieuwe stadionnaamgever en #ADOGroen als hoofdsponsor werd een vernieuwde en maatschappelijk gedreven koers ingezet. Tegelijkertijd stegen ook bezoekersaantallen en seizoenkaartverkopen opnieuw. Op bestuurlijk niveau werd een volgende stap gezet. De Raad van Commissarissen werd recent versterkt met de benoeming van Peter Müller als nieuwe commissaris. Daarnaast heeft Johannes Ruppert het voorzitterschap overgedragen aan Chris Anderson, waarmee de club de governance verder toekomstbestendig heeft ingericht.
Financieel gezond
Financieel werd over de hele linie vooruitgang geboekt. Het verlies werd teruggebracht naar 5,5 miljoen euro, mede dankzij strakker kostenmanagement en omzetgroei. De continuïteit van de club bleef geborgd door de steun van grootaandeelhouder Bolt ADO Den Haag LLC, waardoor het eigen vermogen positief bleef. Op basis van het financial rating systeem heeft de licentiecommissie van de KNVB ADO Den Haag 17 punten toegekend. Daarmee is de door de KNVB vastgestelde grens van 15 punten behaald. ADO Den Haag kan derhalve worden aangemerkt als financieel gezond, waardoor extra toezicht vanuit de KNVB niet noodzakelijk is.