door Chris Mast

Het Europees kampioenschap in eigen land is voor het Nederlands team geëindigd in een deceptie. Duitsland, toch ook geen grootmacht, schakelde Oranje in de achtste finale uit met 3-1. De setstanden waren 25-17, 25-22, 30-32 en 25-23.

Duitsland strijdt maandag in de kwartfinale met Polen dat in drie sets won van Spanje, om een plek in de halve finale, die wordt gespeeld in Slovenië. De finale vindt plaats in Parijs.

Commercieel is de uitschakeling van Nederland geen ramp, de Poolse supporters vulden nadat de wedstrijd van Oranje was afgelopen het Omnisport in Apeldoorn tot de nok om hun favorieten aan te moedigen. En dat zal maandag niet anders zijn.

Problematisch was voor Nederland het begin. Spelverdeler Wouter van Solkema was totaal uit vorm. Zijn set-ups bereikten de aanvallers vaak niet op maat. Zo werd de eerste set een makkie voor de Duitsers. Bij een 3-1 stand in de tweede set greep bondscoach Roberto Piazza in en verloste hij Van Solkema uit zijn lijden door hem te vervangen door de vijf jaar oudere Wessel Keemink. Die had ook een set nodig om warm te draaien. Zodat Oranje pas in de derde set alles van zijn kunnen liet zien.

Die set werd ongemeen spannend. Oranje werkte vanaf 25-24 zes Duitse matchpunten weg voor dat het uiteindelijk zelf bij het tweede setpunt toesloeg. Bij een van de Duitse matchpunten bewees de video scheidsrechter zijn waarde. Een diagonaal smash van aanvoerder Nimir Abdelaziz werd door lijnrechter en eerste scheidsrechter als duidelijk uit beoordeeld.

De Duitse ploeg verzamelde al op de achterlijn, maar juichte nog niet in de wetenschap dat het elektronische oog het laatste woord had. En prompt bleek de bal toch op de lijn te zijn geslagen. Zo kwam Nederland met de schrik vrij.

Huzarenstukje

Een zelfde huzarenstukje bleef uit in de vierde set, waarin beide ploegen tot 19-19 gelijk opgingen. Daarna sloeg Duitsland een gat van twee punten, dat het zonder problemen verzilverde, nu bij het tweede matchpunt. En daarmee kwam een einde aan het toernooi voor Nederland, dat op een gedeelde negende plaats eindigt.

Na het succesvolle wereldkampioenschap van vorig jaar, waarbij Oranje verrassend grootmachten als Brazilië en Frankrijk versloeg, waren de verwachtingen voor het EK hoog gespannen. Een maand geleden toonde Oranje in het Olympisch Kwalificatie toernooi in Rotterdam ook nog een goede vorm. Maar de trend naar boven zette zich niet door. Integendeel. Hoe meer het toernooi vorderde, des te minder het team groeide in het toernooi.

In januari 2020 gaat het internationale seizoen voor de volleyballers verder. Met zeven andere Europese landen strijdt Nederland dan in Berlijn om nog één plaats op de Olympische Spelen van Tokio. In de vorm van de afgelopen week zal dat een brug te ver blijken te zijn. Maar wonderen zijn de wereld nog niet uit.