Als er dan toch een speler van het Nederlands elftal een voldoende verdiende na de nederlaag tegen Duitsland (1-0) in de Nations League, dan was dat misschien wel Mats Wieffer. Met hem op het middenveld werd Oranje in de tweede helft minder overlopen dan voor rust. "We slaagden er in de eerste helft niet in om druk te zetten", zag hij vanaf de bank. "In de tweede helft kozen we voor mandekking. Toen ging het beter. We gaven minder kansen weg, maar helaas scoorden ze wel."

De 24-jarige Wieffer was even uit beeld bij Oranje. Hij miste het EK in Duitsland door een bovenbeenblessure. "Ik wilde de bekerfinale met Feyenoord spelen", vertelde hij vorige week in Zeist. "Er was een kleine kans dat het mis zou gaan en dat gebeurde ook. Ik zou het nu nooit meer zo doen, maar dat is achteraf."

Wieffer had best een rol kunnen spelen op het EK, ook omdat potentiële basisspelers als Frenkie de Jong en Teun Koopmeiners door blessures ontbraken op het middenveld. Hij vond het eerst lastig om de duels van Oranje op de Europese eindronde te bekijken, maar zat uiteindelijk tot en met de verloren halve finale tegen Engeland als fan voor de televisie.

Duitsland is na de zege op Oranje zeker van deelname aan de kwartfinales van de Nations League. Nederland en Hongarije strijden volgende maand om een tweede ticket. Beide ploegen hebben 5 punten na de eerste vier groepsduels. Ze ontmoeten elkaar op 16 november in de Johan Cruijff Arena. Oranje sluit drie dagen later de groepsfase af met een uitduel tegen Bosnië en Herzegovina. Hongarije speelt dan tegelijkertijd tegen de al geplaatste Duitsers. "Volgende maand moeten we het beter doen dan nu", stelde Wieffer. "Hoe het precies anders moet, kan ik nu niet zeggen. Maar het was gewoon niet goed genoeg."