Schaatsbond KNSB moet na het olympisch kwalificatietoernooi (OKT) in Heerenveen in beraad over de samenstelling van de selectie voor de Olympische Spelen in Milaan.
De schaatsbond heeft voorafgaand aan het OKT een lijst samengesteld waarop vijftien startplekken bij de mannen en vijftien plekken bij de vrouwen voor de Spelen moeten worden ingevuld. In totaal mag Nederland slechts negen mannen en negen vrouwen op het langebaanschaatsen naar Milaan sturen, dus is de schaatsbond afhankelijk van schaatsers die zich op meerdere afstanden hebben gekwalificeerd. Zo heeft Femke Kok op het OKT startbewijzen op de 500, 1000 en 1500 meter gepakt. Op beide lijsten staan nu tien verschillende namen, waarvan de KNSB dus minstens een vrouw en een man moet schrappen.
De schaatsbond maakt uiterlijk 4 januari bekend welke negen schaatsers en schaatssters ze voordraagt voor de Spelen, die van 6 tot en met 22 februari in Milaan worden gehouden. Op 5 januari volgt de teampresentatie van NOC*NSF.
De selectiecommissie buigt zich in de komende dagen ook nog over de vraag of Jutta Leerdam een zogenoemde aanwijsplek krijgt voor de 1000 meter. De tweevoudig wereldkampioene op die afstand kwam op het OKT ten val. Ook wordt in samenspraak met bondscoach Rintje Ritsma gekeken wie er wordt geselecteerd voor de ploegenachtervolging en de massastart en of de bond daarvoor nog gebruikmaakt van een aanwijsplek.
Bij de vrouwen zijn de drie vaste schaatssters voor de ploegenachtervolging allen individueel gekwalificeerd. Bij de mannen heeft Beau Snellink als lid van de ploegenachtervolging zich niet geplaatst voor de Spelen. Stijn van de Bunt, die de 5000 en 10.000 meter won, zou hem kunnen vervangen. Marcel Bosker, onderdeel van het team, is volgens de selectievolgorde waarop hij de tiende schaatser is, ook nog niet zeker.
Door: ANP