Op vakantie naar de wintersport wordt minder populair en bij deze vakanties wordt ook minder vaak geskied en vaker gewandeld. Dat blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) in Den Haag. In het winterseizoen van 2016 gingen Nederlanders 866.000 keer op wintersportvakantie, 30.000 keer minder dan in de winter van 2015.

Met 515.000 wintersporters werd bijna 60 procent van alle wintersportvakanties in 2016 in Oostenrijk gevierd. Dit is een lichte stijging ten opzichte van de winter van 2015, toen nog 476.000 Nederlanders in dit land de sneeuw opzochten. Andere populaire wintersportbestemmingen zijn Frankrijk (17 procent) en Duitsland (8 procent). Opvallend is dat het aandeel wintersportvakanties met Zwitserland als bestemming bijna is gehalveerd, van bijna 10 naar ruim 5 procent.

Wandelen is de laatste jaren meer in trek. In 2016 was dit voor 16 procent van de wintersporters de belangrijkste activiteit tijdens hun wintersportvakantie, in 2014 was dit nog 10 procent. Naast wandelen wint ook snowboarden al jaren aan populariteit. In 2016 werd deze sport door ruim 14 procent van de wintersporters genoemd als hoofdactiviteit, twee jaar eerder nog door 11 procent.