Kunsthistorica Saskia Kuus geeft morgen (donderdag 8 maart) een lezing over badkleding, kuren en baden aan zee. Zij zal een beeld schetsen van hoe het vroeger toeging en nu toegaat op het strand van Scheveningen. Saskia Kuus is schrijver van het in 2007 uitgegeven boekje ‘Baden en flaneren aan zee; badcultuur en strandmode op Scheveningen sinds 1818’. Dit jaar is zij gastconservator bij het Haags Historisch Museum voor de tentoonstelling ‘Groeten uit Scheveningen’. Die tentoonstelling is te zien van 30 juni tot 11 november.

Sinds Jacob Pronk in 1818 het eerste Nederlandse badhuis op Scheveningen opende, is er veel veranderd. De deftige, rijke badgasten die aan het begin van de 19de eeuw maanden op Scheveningen verbleven om te kuren, zijn vervangen door dagjesmensen die patat en ijs eten en de boulevard afstruinen op zoek naar koopjes. In 1885 werd het Kurhaus geopend en werd Scheveningen een echte wereldse badplaats die de concurrentie met andere badplaatsen aan de Noordzeekust aankon.

Baden in zee ging toen heel anders dan tegenwoordig. Men ging met een dichte koets de zee in. Behalve de badmannen en badvrouwen mocht niemand de badgast zien. In de tweede helft van de 20ste eeuw werden badhemden, badmantels, badmannen, badvrouwen en badkoetsen overbodig. Historische gebeurtenissen zoals de storm van 1894, de Eerste en Tweede Wereldoorlog hadden enorme invloed op de badplaats. Maar wat onveranderd bleef, is de zee. Nog steeds baden en flaneren mensen aan het Scheveningse strand. Saskia Kuus neemt u in vogelvlucht mee in haar lezing over 200 jaar badcultuur op Scheveningen.

De lezing morgen (donderdag 8 maart) is van 17.30 tot 18.30 uur in Bibliotheek Den Haag, Spui 68, Studio B. Toegang gratis, maar tevoren aanmelden is verplicht. Dat kan via [email protected]

(badcultuur in Scheveningen; Collectie Haags Gemeentearchief)