Moeders met een veganistische leefstijl mogen vanaf nu bij de Nederlandse Moedermelkbank doneren om te vroeg geboren baby’s in het ziekenhuis te voorzien van donormoedermelk. Dat meldt de Nederlandse Vereniging voor Veganisme (NVV). De organisatie drong jarenlang aan op het afschaffen van de uitsluiting van vrouwen met een veganistische levensstijl.

Voorzitter Emile Dingemans van de NVV: “Het is goed nieuws voor zowel te vroeg geboren baby’s als vrouwen die veganistisch willen leven. Daarnaast is het een erkenning dat een veganistische leefstijl ook gezond is voor baby’s die te vroeg geboren zijn.” De enige voorwaarde is dat veganisten vitamine B12 (min 100 μg/d) toevoegen aan hun dieet. Dat is niet anders dan het advies aan alle veganisten, laat de vereniging weten. 

Aanleiding tot de beslissing is een uitgebreid onderzoek aan het Amsterdam UMC door Hugo Koppens waarin aangetoond is dat een gebalanceerd en zo gevarieerd mogelijk plantaardig dieet zorgt voor een goede samenstelling van borstvoeding. Hetzelfde onderzoek wees ook uit dat de moedermelk van mensen die volledig plantaardig eten minder ongezonde verzadigde vetzuren bevat. De conclusies zijn in lijn met het standpunt van de grootste vereniging voor diëtisten, de American Dietetic Association, dat stelt dat een goed samengesteld plantaardig dieet geschikt is voor iedereen op ieder moment van de levenscyclus, inclusief de zwangerschap en borstvoedende periode. 

Gevoel van discriminatie
De NVV ontving met enige regelmaat meldingen van moeders die geweigerd werden om moedermelk te doneren vanwege hun veganistische leefstijl. Meermaals heeft de vereniging, die opkomt voor de belangen van veganisten, zich kritisch opgesteld over het beleid dat door deze moeders als discriminerend werd ervaren. De vereniging wees daarbij op de gebrekkige onderbouwing om veganistische moeders op voorhand uit te sluiten, op basis van de onbewezen aanname dat veganisten zouden leven op een onvolwaardig voedingspatroon. De NVV stelde dat de bloedtest, die standaard wordt afgenomen om te meten of de voedingswaarden van de potentiële donor in orde zijn, afdoende zou moeten zijn.