En, daar waren we dan. Vier gastjes op het Henegouwerplein en Essenburgsingel. Marnix Havo 1976. We maakten tegen beter weten in een alternatieve schoolkrant. Met Ruud den Drijver, de filmgenius uit het oude noorden. Jan de Klerk, de knuffelbeer uit het westen en waarschijnlijk de beste autoredacteur van Nederland. Bas van der Ree, die hele grote filmproducties naar Nederland heeft gehaald.
Ik noem er twee: Jackie Chan (ik zie de fax nog binnenkomen bij hem) en in Urk met Christopher Nolan’s Dunkirk als filmcommissioner off the Netherlands. En ik, als ooit de bladenmaker van Nederland. En nu is Pim de la Parra dood. Een van de meest baanbrekende filmmakers in Nederland.
Heel veel mannen hebben nog steeds een polsblessure van het afrukken op Blue Movie. Maar Pim de la Parra heeft meer gedaan. En laten we ook niet zijn kompaan Wim Verstappen vergeten. Paul Verhoeven is schatplichtig aan die twee hoewel hij natuurlijk de beste filmregisseur van Nederland is. Maar goed, terug naar 1976, WAN PIMEL.
Dus we zaten als vier kwajongens op de middelbare school in Rotterdam. Ruud en ik wilden alleen maar stripjes maken. Dus we hebben op de bank gezeten bij Martin Lodewijk, bij Dick Matena enzovoort en enzovoort.
Als jonge eikels zaten we bij Paul Verhoeven, Rutger Hauer, Wim Verstappen op de bank. Waren we stiekem verliefd op Willeke van Ammelrooy tijdens de filmpremieres in Tuschinski in Amsterdam.
Vier eikels, eind jaren zeventig. We waren erbij. Elke Nederlandse film.
We hadden een blaadje Prime Cut. Ook gedrukt bij een anarchistische drukkerij in het oude noorden. Geweldig. Had wat discussie daar met de drukker. Over Vladimir Boekovski. Wie? Ach, aan Groen Niks vertel ik het al niet meer.
Maar Pim de la Parra heeft een onuitwisbare indruk gemaakt in mijn leven. Sterker, hij heeft het bepaald. De ultieme vrijheid van denken. Ook dat Ruud den Drijver en ik mochten komen werken bij Scorpio Films terwijl Wan Pipel werd uitgebracht in de zomer van 1976. De eerste Surinaamse film in Nederland. Terwijl ze ooit ‘De minder gelukkige terugkeer van Joszef Katus naar het land van Rembrandt’ als benauwende Nederlandse film hadden geproduceerd.
Wij hadden Prime Cut, een filmblad met als parodie Wan Pimel. Tja, dat heeft mijn loopbaan bepaald. Een Pimel. Als strip. Kan er ook niets aan doen. Ben ooit toegelaten op de School voor de Journalistiek door interviews met Paul Verhoeven en Ruter Hauer. Exclusief en nooit vertoond in die tijd. Dankzij Pim de la Parra, waar we al als kwajongens uit Noord en Crooswijk hadden gewerkt in Amsterdam.
Ik ben Pim de la Parra veel verschuldigd. Hij heeft mijn horizon zoveel groter gemaakt als eikel uit Crooswijk. Bizar is dat ik er later achter kwam dat hij nog les gaf aan de Tamboerstraat in Crooswijk terwijl ik furore maakte in bladenland. Hij gaf les aan de Ambachtsschool van mijn vader.
Hoe gek wil je het hebben?
Namens mij en de eikels Ruud, Jan en Bas.
Pim, ik kan niet de liefde en invloed beschrijven die je op ons leven hebt gebracht. Het was heel veel.
Misschien een simpele kus. Met zoveel liefde.
En voor de lezer als bewijs uit die tijd een foto voor wat het waard is. Was een mooie tijd en Meneer De la Parra: Dank!