Inwoners van de Haagse buurten Scheveningen en Duindorp kunnen mogelijk voor het eerst in vier jaar weer vreugdevuren afsteken op het strand tijdens de jaarwisseling. De gemeente Den Haag heeft ze donderdag de evenementenvergunningen daarvoor gegeven. Bij de jaarwisseling van 2018 op 2019 werden voor het laatst houtstapels in brand gestoken om het nieuwe jaar in te luiden.
Dat de vreugdevuren doorgaan, is nog niet definitief. De organisatoren hebben ook milieuvergunningen nodig van de provincie en het hoogheemraadschap. Daarnaast moet de gemeente een milieuontheffing geven. "De evenementenvergunning is een belangrijke eerste stap, waar bijvoorbeeld ook de veiligheidsplannen in zitten", legt een woordvoerder uit.
Duindorp en Scheveningen bouwden tientallen jaren lang elk jaar houtstapels op de stranden. Die werden aan het begin van het nieuwe jaar in brand gestoken. De buurten streden met elkaar om de hoogste toren te hebben. Bij het vreugdevuur van 2018 op 2019 ging het mis. De harde wind blies smeulend hout over Scheveningen. De vonkenregen richtte daar voor ruim een miljoen euro schade aan. Daarna bleek dat de beide stapels op het strand veel hoger waren dan was afgesproken met de gemeente. De torens mochten 35 meter worden, maar de Duindorpse stapel was bijna 49 meter hoog en die in Scheveningen ruim 45 meter. De gemeente deed niet genoeg om de regels te handhaven. Het onderzoek leidde tot het opstappen van burgemeester Pauline Krikke.
Vanwege de vonkenregen mochten Scheveningen en Duindorp geen vreugdevuren afsteken bij de jaarwisseling van 2019 naar 2020. Daarna gooide het coronavirus twee keer roet in het eten.
Ook op twee andere plekken in Den Haag worden mogelijk vreugdevuren afgestoken. Dat zijn de Paets van Troostwijkstraat in het stadsdeel Laak en de Purmerendstraat in Escamp. Die vergunningen "zijn in de afrondende fase en zullen zo snel mogelijk worden verleend".
Door: ANP