Mensen die een geldboete vanwege een relatief lichte overtreding niet betalen, kunnen voortaan vier jaar lang het Centraal Justitieel Incassobureau (CJIB) achter zich aan krijgen om de boete te incasseren. Tot nu toe werden deze gevallen na twee jaar overgedragen aan het Openbaar Ministerie (OM), dat vervolgens een besluit nam om de zaak al dan niet voor de rechter te brengen. De nieuwe werkwijze moet ertoe leiden dat bestraften alsnog betalen en dat tegelijk OM en rechters ontlast worden, schrijft demissionair minister Franc Weerwind (Rechtsbescherming) in een Kamerbrief.
De nieuwe werkwijze is op 1 september ingegaan. Het gaat om strafbeschikkingen met een geldboete tot maximaal 340 euro, waar geen sprake is van slachtoffers die een schadevergoeding krijgen en waarbij ook geen sprake is van recidive. Het kan gaan om verkeersovertredingen, maar bijvoorbeeld ook om mensen die huisvuil verkeerd aanboden of overtredingen op het gebied van de openbare orde. Voldoet een zaak niet aan deze criteria, dan wordt die wel na twee jaar aan het OM overgedragen.
Jaarlijks worden 300.000 keer geldboetes opgelegd via een strafbeschikking. Veruit de meeste boetes (80 procent) worden binnen twee jaar betaald en de resterende 20 procent gaat na twee jaar naar het OM. Dat kan de zaak intrekken, wijzigen of voor de rechter brengen, maar in de praktijk wordt "een substantieel deel" geseponeerd, schrijft Weerwind. Het gaat vaak om lage boetes, waarbij dagvaarden volgens het OM niet meer opportuun is, ook omdat er veel tijd is verstreken. Door de nieuwe werkwijze zullen naar verwachting 30.000 beschikkingen minder naar het OM gaan en geseponeerd worden, maar langer bij het CJIB blijven.
Door: ANP