Een deel van de Zuid-Hollandse politiek heeft vragen gesteld over een vergunning die de provincie wil geven aan chemiebedrijf Chemours uit Dordrecht. Zuid-Holland is van plan een vergunning te verstrekken voor het uitstoten van een stof die schadelijk kan zijn voor de gezondheid en het milieu. Zeven partijen uit de Provinciale Staten willen opheldering.

"We willen weten welke afwegingen het college van Gedeputeerde Staten heeft gemaakt", zegt Tea Both-Verhoeven van coalitiepartij CDA. "Het roept vragen op, inwoners van Zuid-Holland willen ook weten hoe dit zit." Het CDA heeft daarom samen met de Partij voor de Dieren, ChristenUnie, SGP, SP, Volt en JOU schriftelijke vragen gesteld.

Milieudienst DCMR ziet geen juridische redenen om de vergunningaanvraag van Chemours voor de stof trifluorazijnzuur (TFA) te weigeren. Het gaat volgens DCMR om zo'n geringe hoeveelheid, dat deze PFAS-variant "geen significante invloed" heeft op de luchtkwaliteit.

De Zuid-Hollandse politiek wil weten of onafhankelijk onderzoek is gedaan naar de effecten van TFA op de lange termijn, en of de gezondheid en het milieu niet in gevaar komen. Volgens Chemours is de stof een "ongewenst bijproduct", dat ontstaat tijdens het productieproces. Het bedrijf kwam hier zelf achter en heeft daarna een vergunning aangevraagd.

Omwonenden zeggen "verbijsterd en verontwaardigd" te zijn dat Chemours deze ook krijgt. "Wij waren in de veronderstelling dat ook de provincie streefde naar 'nul uit de pijp'. Nu mag Chemours juist meer giftige stoffen uitstoten die eerder niet waren toegestaan", lieten ze vorige week weten. Zeven partijen uit de politiek willen antwoord op de vraag waarom het college "niet streeft" naar een uitstootvrije fabriek.