Als het aan Christine Teunissen van Partij voor de Dieren ligt komen er in Den Haag steeds meer leefstraten en deelauto’s.
Steun voor de komst ervan staat ook in coalitieakkoord van het nieuwe stadsbestuur, maar voorlopig is dat voor Teunissen een fictie.
In oktober 2017 is een motie in de gemeenteraad aangenomen over een onderzoek naar dubbelgebruik van parkeerplaatsen en parkeergarages. Het college zou in het voorjaar van 2018 met een onderzoek komen. Teunissen wacht er nog steeds op.

‘’In Nederland zijn inmiddels ruim 8,2 miljoen auto’s. Voor al die auto’s zijn 16 miljoen parkeerplekken beschikbaar, die ongeveer 175 vierkante kilometer innemen’’, onderbouwt ze haar haast om tot oplossingen te komen. ‘’De autoparkeerplaatsen bevinden zich in de openbare ruimte. In sommige stadsdelen moeten mensen een vergunning aanvragen en moeten bezoekers betalen om een paar uur te mogen parkeren. De openbare ruimte is schaars en daarom moet goed worden nagedacht over herinrichtingen en toevoegen van parkeerplaatsen.’’

Teunissen wil dus niet alleen leefstraten en deelauto’s, maar ook meer parkeergarages. En om te weten hoe getalsmatig de verhoudingen liggen heeft ze opgave gevraagd hoeveel autoparkeerplaatsen bij bouwontwikkelingen door projectontwikkelaars niet wekelijks gebruikt worden, hoeveel vergunninghouders in Den Haag de auto niet wekelijks gebruiken en hoeveel straatparkeerplekken per jaar per wijk opgeheven worden?