De nieuwe, jaarlijkse prestatieafspraken tussen gemeente, corporaties en huurders op het gebied van de sociale huurvoorraad zijn deze week formeel vastgesteld. Partijen weten nu wat ze elkaar kunnen verwachten en wat ze mogen eisen, in 2021.
Afgesproken is dat corporaties eenmalig een landelijk afgesproken huurverlaging toepassen voor alle huurders met een laag inkomen en een huur boven de aftoppingsgrens. De gemiddelde huursomstijging blijft daardoor dit jaar onder de inflatie.
Belangrijk volgens wethouder Martijn Balster omdat 'veel huurders hard zijn geraakt door de coronacrisis'. Ook Inez Stapper, voorzitter van de Huurdersorganisatie Haag Wonen en vicevoorzitter van de Samenwerkende Huurdersorganisaties Haaglanden, is tevreden met het resultaat. Zij wijst daarbij op de afspraken wat te doen en laten bij huurachterstanden en betalingsproblemen. "De mensgerichte maatwerkaanpak van Haag Wonen werkt goed, en juist nu zien we hoe belangrijk dit is."
Balster stelt dat het 'ongeloof belangrijk is' dat partijen zich vinden bij zaken die mensen dagelijks raken, zoals woonoverlast en de kwaliteit van de buitenruimte. Daarom wordt bij nieuwbouwplannen door partijen niet alleen gekeken naar de woning, maar ook naar de buitenruimte en de sociale positie van onze bewoners. "In Zuidwest kijken we daarom over de volle breedte naar wat nodig is voor individuele bewoners en voor de buurt”, aldus de wethouder.
In de prestatieafspraken wordt nadrukkelijk aandacht besteed aan de kwaliteit van woningen, zoals de ook in de raad veel besproken aanpak van de vocht- en schimmelproblematiek. Daarnaast wordt inzicht gegeven in de financiële middelen die besteed worden aan grootschalig onderhoud en renovatie.