Sinds vandaag kunt u in Den Haag de maan aanraken. Oud-wethouder Karsten Klein heeft persoonlijk een 25 gram wegend maansteentje bij de NASA in Houston opgehaald en dat overgebracht naar het populair-wetenschappelijke museum Museon aan de Stadhouderslaan. Daar heeft hij het vanmorgen samen met zangeres Maan zelf onthuld.
Bezoekers kunnen de aanwinst aanraken in de André Kuiperszaal. In het najaar wordt de maansteen opgenomen in de nieuwe familietentoonstelling ‘Reizen in de Ruimte, op weg naar een nieuwe aarde’. De maansteen is in december 1972 tijdens de Apollo 17-missie meegenomen. De steen is 3,8 miljard jaar oud. De Apollo 17 landde in het Taurus-Littrow-dal op de maan aan de rand van de Zee der Sereniteit. Astronauten Harrison ‘Jack’ Schmitt en Eugene Cernan - vooralsnog de laatste mensen die op de maan hebben rondgelopen - brachten meer dan 740 individuele steen- en grondmonsters mee. De kleine maansteen van het Museon is van een basalttype; een fijnkorrelig, donkerkleurig stollingsgesteente dat rijk is aan ijzer, magnesium en plagioklaas veldspaat, een veel voorkomend mineraal op aarde.
Het is niet de eerste keer dat een Nederlands museum een maansteen presenteert. Het Rijksmuseum had er ook eentje in bezit. Oud-premier Drees had die gekregen van de Amerikaanse ambassadeur, kort na de eerste maanlanding van Neil Armstrong en Buzz Aldrin. Dat gebeurde tijdens een bezoek van Armstrong en Aldrin aan Amsterdam in oktober 1969. De steen was echter nep. Het was een versteend stukje hout, bleek in 2009.