In dit Europees Jaar van het Erfgoed wordt uiteraard ook aandacht besteed aan een van de meest iconische gebouwen van Den Haag: het Vredespaleis. Waarom staat deze internationale Tempel van de Vrede eigenlijk in Den Haag? Wat gebeurt er allemaal binnen? Wat is er nog meer internationaal aan dit unieke gebouw? Wie hebben er allemaal aan bijgedragen? Het antwoord op deze vragen is nog tot 14 mei te vinden in de tentoonstelling ‘Vredespaleis, tempel voor de vrede in Den Haag’.

Het Vredespaleis is de zetel van het Permanent Hof van Arbitrage, het Internationaal Gerechtshof van de Verenigde Naties, de Haagse Academie voor Internationaal Recht, de Bibliotheek van het Vredespaleis en de Carnegie-Stichting. De symbolische waarde van het paleis is niet alleen van betekenis voor Nederland, maar voor de hele internationale gemeenschap van betrokken landen, vandaar dat het gebouw het Europese Erfgoedlabel draagt. Het vredesideaal wordt nog steeds uitgedragen door de Carnegie-Stichting die sinds de oprichting in 1904 het gebouw en de gronden beheert.

De tentoonstelling over het Vredespaleis is tot 14 mei te zien in de verlichte panelen in het atrium van het stadhuis, Spui 70. De afdeling Monumentenzorg en Welstand van de gemeente en het Haags Gemeentearchief hebben samengewerkt om de tentoonstelling te maken, met medewerking van de Carnegie-Stichting.

(prentbriefkaart van het oorspronkelijke ontwerp van het Vredespaleis, met architect Le Cordonnier, 1906)