De ‘p’ van perspectief

25 September 2020, 14:35 uur
Columns
mainImage

De zekerheid van een zinvolle dagbesteding en een leefbaar loon. Het zou vandaag de dag geen privilege moeten zijn. Ons land kent echter een grote groep mensen die wel mee wil doen, maar telkens voor dichte deuren komt te staan. Zo zegt slechts 1 op de 5 werkgevers mensen met een arbeidsbeperking te willen aannemen. Een nog kleiner deel van hen voegt daadwerkelijk de daad bij het woord.

Vaak kijkt de samenleving verwijtend naar mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt: hadden ze niet beter hun best kunnen doen? De Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) benadrukt echter dat deze groep mensen door maatschappelijke veranderingen juist extra op afstand is gezet. Denk aan de opkomst van tijdelijke contracten, rap veranderende technologie en steeds strengere eisen op het gebied van productiviteit.

Om die reden adviseerde de WRR afgelopen januari om ‘basisbanen’ in het leven te roepen. Deze banen moeten langdurig werklozen grip bieden op een onzekere arbeidsmarkt. ‘Hebben we al!’, verkondigden verschillende Haagse politici trots, verwijzend naar de zogenaamde ‘STiP-banen’. Toch is er een cruciaal verschil tussen deze uitvinding van voormalig PvdA-wethouder Rabin Baldewsingh en de banen die de WRR voor ogen heeft. Een STiP-baan houdt namelijk na een of twee jaar op en is bedoeld als opstapje naar ander werk. ‘Basisbanen zouden goed werk moeten bieden en daarom niet tijdelijk moeten zijn’, stelde de WRR juist.

Niets kon dit verschil beter illustreren dan een recente toespraak van de zogenaamde ‘cultuurankers’ – stadsdeelgebonden culturele instellingen – in de richting van de gemeenteraad. Hieruit bleek dat sommige cultuurankers zo’n krappe begroting hebben, dat zij mensen met (gesubsidieerde) STiP-banen zijn gaan inzetten op cruciale functies. Lang niet al deze medewerkers krijgen na twee jaar een vast contract aangeboden. Zo moest een theater met 8 STiP-medewerkers in dienst – variërend van baliemedewerkers tot technici – uiteindelijk van de helft afscheid nemen.

De ‘p’ in STiP staat voor ‘perspectief’. Echter bleek na het eerste jaar van de STiP-regeling dat slechts 44 van de bijna 1000 kandidaten waren doorgestroomd naar vast werk. Tegelijkertijd hebben door bezuinigingen geteisterde maatschappelijke organisaties – bijvoorbeeld in het welzijn en de cultuur – zichzelf afhankelijk gemaakt van een regeling waarvan de toekomst onzeker is. Is dit wat de WRR bedoelt met banen die grip bieden? Ik heb er grote twijfels bij. Daarom is het wat de SP betreft hoog tijd dat het college stappen zet in de richting van echte basisbanen.