Wethouder Arjen Kapteijns van Buitenruimte heeft in stadsdeel Laak het startsein gegeven van de nieuwe campagne 'Stop de rat'.

Onder meer met tijdelijke krijtteksten op stoepen, social media berichten, spandoeken en kunstwerken worden bewoners opgeroepen om geen dieren op straat te voeren. Ook worden er de komende tijd meertalige flyers uitgedeeld, uitleg gegeven over het gebruik van broodcontainers en een lespakket gemaakt voor Haagse basisscholen. Daarnaast roept de gemeente bewoners en ondernemers op om melding te maken van de rattenoverlast. Op basis van deze meldingen kan gericht worden opgetreden tegen ratten.

De aanpak van de gemeente bestaat uit een mix van voorkomen, opruimen en bestrijden. "Om het rattenprobleem onder controle te krijgen, moeten de gemeente, bewoners en ondernemers één front vormen", zegt René Schouten, rattenbeheerser bij HMS en actief voor de gemeente Den Haag. "Het is ontzettend belangrijk dat dieren niet worden gevoerd en dat afval op de juiste manier wordt weggegooid. Immers, bestrijding of het opruimen van de buurt heeft weinig zin als er binnen de kortste keren weer etensresten en afval op straat worden gegooid.”

In Morgenstond, Moerwijk en Mariahoeve geldt een voerverbod. Mensen die in deze wijken vogels of andere dieren voeren, lopen het risico een boete van 95 euro te krijgen. In Laak geldt zo'n verbod niet, maar zet de gemeente in op voorlichting. Zo komen er ook 'broodlessen' voor volwassenen, die worden gegeven in samenwerking met Stichting Aarde-Werk. Voor kinderen is de theatervoorstelling ‘Broodkapje’ gemaakt. Met dit toneelstuk leren zij waarom brood niet op straat hoort en wat zij er zelf aan kunnen doen.

Tekst gaat door onder foto.

Foto: Gemeente Den Haag

Overlast melden

Mensen die overlast van ratten hebben kunnen dat melden bij de gemeente. Dat kan via de pagina Ongedierte op Denhaag.nl of telefonisch via 14070. Na een melding start de gemeente een onderzoek. Zij kijkt dan welke maatregelen er in nodig zijn om rattenoverlast tegen te gaan. Deze maatregelen kunnen wisselen tussen het aanpassen van de beplanting tot aan het schoonmaken van de plek. Pas als blijkt dat deze maatregelen onvoldoende zijn, start de gemeente een bestrijdingsproces.