Kind heeft recht op bevoegde leraar voor de klas

17 June 2020, 09:37 uur
Politiek
mainImage

De fractie van Hart voor Den Haag/Groep de Mos is maar gematigd tevreden over het akkoord dat de vijf grote steden in het land hebben gesloten met minister Slob over het nog steeds groeiende tekort aan leraren in het (basis)onderwijs.

Raadsleden De Mos en Davituliani spreken niet alleen van een druppel op een gloeiende plaat wat betreft de 116 miljoen die de komende vier jaar beschikbaar komt, maar ook van keuzes die de kloof tussen arm en rijk verder vergroten en over een slecht onderhandelingsresultaat voor de stad Den Haag. Zij doelen daarbij op de mogelijkheid die Amsterdam heeft om leraren in achterstandswijken een jaarlijkse bonus te geven van 2500 euro.

In vragen aan het college, feitelijk wethouder Bredemeijer, willen zij daarom weten of het inderdaad zo is dat Den Haag slechter heeft onderhandeld dan Amsterdam. In de brief van minister Slob over het akkoord staat echter Den Haag net als Rotterdam heeft gekozen de extra gelden in te zetten voor overkoepelende begeleiding en voor de inzet van meer onderwijsondersteunend personeel en vakkrachten. De minister heeft elk van de vijf steden uit het akkoord (ook Utrecht en Almere) de vrije keuze gegeven wat besteding van het geld betreft.

De fractieleden geven ook aan dat zij het toestaan van onbevoegden voor de klas, wat volgens het akkoord alleen is toegestaan onder stricte voorwaarden en beperkt in tijd, een verdere uitholling van het vak van docent betekent.  "Een dag een onbevoegde voor de klas, houdt in dat een kind zeker eenvijfde van de onderwijstijd niet de kwaliteit krijgt waar het recht op heeft. Er bestaat toch immers niet voor niks een pabo lerarenopleiding van vier jaar? 

De Mos en Davituliani vinden dat het lerarentekort, 'waarbij de kwetsbaarsten het hardst worden getroffen', een aanpak verdient met méér daadkracht, met méér investeringen en met het definitief uitzwaaien van de onbevoegde voor de klas. Zij vragen het college daarom welke stappen dat gaat nemen om de verdere tweedeling in het onderwijs te voorkomen.