Het college vraagt zich af of bij het Ontwerptracébesluit/MER A4 Haaglanden –N14 (OTB) door het ministerie wel voldoende rekening is gehouden met het feit dat de stad Den Haag tot 2040 groeit met zo'n 70.000 inwoners. "Uit de kaart van de ontwikkelingslocaties blijkt dat niet duidelijk", zo stelt het college dinsdag in de aan de raad gestuurde (kritische) officiële reactie op het ontwerp.
Het stadsbestuur wijst er daarbij onder meer op dat de Binckhorst één van de gebieden is waar de opvang van de bevolkingsgroei wordt gefaciliteerd en mobiliteitstransitie een belangrijke rol speelt. "Aangezien uit het OTB niet duidelijk naar voren komt in hoeverre rekening gehouden is met de ontwikkellocaties, is overleg noodzakelijk."
Het college kan zich eigenlijk ook niet vinden in het OTB met betrekking tot de grote toename van gemotoriseerd verkeer op de Laan van Wateringseveld. "De afnames op de aangrenzende wegen zijn minder groot dan de toename op de Laan van Wateringseveld. Wij vragen ons af hoe de overige toename verklaard kan worden. Is bijvoorbeeld een selected link analyse gedaan?", zo stelt het stadsbestuur.
Daarnaast vindt het een toename op de Laan van Wateringseveld sowieso onwenselijk omdat die zorgt voor leefbaarheids-en verkeersveiligheidsproblemen. Het verwijst daarbij naar de basisscholen rond de weg. Het doet daarbij het ministerie de suggestie 'graag met u te kijken naar hoe we deze ongewenste effecten kunnen voorkomen'.
Ook wat betreft de gevolgen voor de Rotterdamsebaan heeft het college kritiek als het OTB spreekt van 'geen effecten' bij verbreding van de A4. "Dat lijkt ons niet juist aangezien er op alle aansluitende wegen wel toenames zijn waar te nemen. Wij willen u vragen deze uitkomsten te controleren en met ons te bespreken."
Vraagtekens plaatst het college ook bij de aannames in het OTB over een minimale afname van gemotoriseerd verkeer langs de A12. Ook is 'helaas' niet onderzocht wat de invloed zal zijn op de Zoetermeerse Rijweg en op de Donau. Een toename van verkeer op de Laan van Hoornwijck lijkt weliswaar minder waarschijnlijk, maar wij kunnen een toename hier ook niet uitsluiten zolang dit niet is onderzocht, zo stelt het college.